Olijven

Er waart een gemene olijvenziekte door Italië: een bacterie tast de bomen aan, die verdorren en uiteindelijk afsterven. Omzagen en afbranden blijkt de enige remedie te zijn; om daarna een andere, resistente, variëteit te planten.

Het moet pijnlijk zijn om eeuwenoude bomen om te hakken. Je ziet nog monumentale bomen waar stukken uit de stam verdwenen zijn.

Lecce

Een van de oudste en mooiste steden in de buurt is Lecce. Wereldberoemd in Puglia wegens haar caffé Leccese: koffie wordt uitgegoten in een glas met ijsblokjes en een laag amandelmelksiroop. Zalig!

maar ook een Romeins amfitheater en een winkel waar we keramiek lampen kochten.

Locorotondo en Cisterno

Letterlijk “de ronde plaats”. Het centrum is inderdaad rond van vorm. Wandelen in Puglia stresst de kuitspieren, waarna je heerlijk kan lunchen om de proteïnen aan te vullen. Ook shoppen is hier altijd leuk: brillen, lampen, schoenen, hapjes, etc, etc. En zelfs in de parkjes vind je origineel design.

Alberobello

Een van de vele leuke plaatsjes in Apulië, vooral bekend van de vele huisjes in “trullo” stijl: een ronde toren met een dak uit platte stenen, die kunstig gestapeld zijn. Zoals we eerder schreven: stenen genoeg hier! Alberobello (letterlijk: mooie boom) is een gigantische tourist trap, maar van de soort waar je minzaam in loopt. Als zelfs de kerk in trulli stijl is!

Ook leuk: parkeren in de olijfgaard.

Stenen muurtjes

Overal zie je hier stenen muurtjes: meestal gewoon gestapeld. Ok, het is hier rotsachtig, maar de hoeveelheden steen zijn echt enorm.

Blijkt dat deze muurtjes UNESCO beschermd erfgoed zijn.

Ostuni, la città bianca

We logeren in Ostuni, het witte stadje in Apulië, zoals Puglia in het Nederlands heet. Een klein stadje niet ver van de zee, omringd door olijfgaarden en waar de huizen inderdaad witgekalkt worden. Het is er gezellig, met veel kleine, smalle straatjes en pleintjes. Om bijna elke hoek is er wel een kerk(je).

Er rondwandelen is ook wel een beetje fitness, want er zijn best veel trapjes …

Mangroves

De chauffeur rijdt zo nu en dan van de hoofdweg af en laat ons – te midden van een toch zeer desolaat landschap – iets totaal onverwachts zien:

mangroves, maar hier geen bomen, maar eerder laag struikgewas. In het zeer heldere water zie je wat visjes rondzwemmen. Ik waan me weer op Seram.