Elektrisch rijden in Italië

We gingen dat eens proberen en daarom huurden we een Mini Aceman. Die zit wat hoger dan J’s Mini Cooper en heeft een grotere range. Bovendien is het een nieuw model dat vanaf het witte blad papier elektrisch was. Ook de software en het interieur is een stuk nieuwer.

Voor mij was er 1 nadeel: het is een 4-deurs model en dus is het “deurgat” wat te klein.

Maar terug naar het eigenlijk onderwerp: laden. Dat viel reuze mee: we laden een paar keer in het hotel – zelfs één keer gratis. En ook onderweg hebben we geladen. In tegenstelling tot België hebben niet alle benzinestations snelladers. Er zijn zijn goede apps en websites zoals ABRP, Chargemap of apps van laadpassen die daarbij kunnen helpen de gewenste lader te lokaliseren. Maar ook de GPS software van de auto kan je helpen.

Kies best voor een laadpaal waar je met je app of je pas kan laden. We kwamen er één tegen die enkel zou werken door een QR code te scannen en een account aan te maken. Blijf daar van weg! Ik liet mij vangen en vulde braafjes alles in en onmiddellijk was ik een eerste bedrag van mijn kredietkaart kwijt. Blijkbaar was ik een abonnement op een sportwebsite rijker … Gelukkig blokkeerde VISA mijn kaart onmiddellijk ….

Ostia Antica

We hadden nog een beetje tijd over en konden nog het “Zeebrugge” van het Oude Rome bezoeken. Aan de monding van de Tiber was er een heel complex van 70 hectaren groot met overslag faciliteiten, magazijnen, maar ook winkels en grote thermen en een amfitheater toe.

Toch erg verrast van de tweede naam op deze plaat ….

Een deel van het badhuis

Er waren ook veel mozaïeken, weliswaar monochroom. Die waren soms ter versiering (bvb die in het badhuis)

Maar er was ook een soort plein van de gilden of corporaties die een mozaïek voor hun deur liggen hadden. Die met de olifant bvb werkten met Afrika.

Laatste dag

Wij rijden vandaag langzaam terug richting Rome, want morgenvroeg vliegen wij naar huis. De bedoeling is om langs de kust naar het zuiden te rijden.

Zo komen wij ook in Porto S. Stefano, waar een aantal leuke bootjes liggen.

Er is ook een ferry, maar wij zijn er nog niet achter gekomen waar die naar toe vaart.

Cypressen en heuvelkammen

We rijden verder en “steken de grens over” naar Toscane. Het is duidelijk te zien … 🙂 Talloze cypressen op evenveel heuvelkammen, olijfgaarden en wijnlanderijen.

Rond 6:00 p.m. komen wij aan in ons verblijf voor de nacht. Wat een uitzicht!

Geen betere plek voor een aperitiefje.

Lago Trasimeno

Wij rijden verder richting volgend verblijf, maar slaan Perugia over. Die stad houden we voor een andere keer (wij zijn al plannen voor volgend jaar aan het maken …).

Plots zien wij op de Via Flaminia (een Romeinse weg die van Rome over de Appennijnen tot Rimini liep en nu een autostrade is geworden – hoe cool is dat?) een groot meer: de Lago Trasimeno oftewel het Trasimeens Meer. Wij nemen de eerst volgende afrit om het van dichtbij te bekijken.

We klimmen de berg op (’t is te zeggen: de auto) en komen op een strada bianca terecht – een onverharde weg met witte kiezel – zeg maar een zandwegel.


Montefalco

Een beetje verder Montefalco, bekend voor zijn wijn, olijfolie, typische gerechten en blijkbaar muzikale folklore. Wij zijn het langst echter blijven plakken in een winkel van artisanaal tafellinnen …. Nee, we hebben (nog) niets gekocht. Men heeft ons wel een voorstel van tellen pagina’s gedaan via WhatsApp.

Opmerkelijke toren bij het binnenkomen en de combinatie van klokken en luidspreker.

De kerk – met zoals steeds – fresco’s!
De Heiige hierboven vonden we wel speciaal – geen kind in de buurt en toch borst vasthouden.

De folklore groep met haar Paasmaandag concert

Opmerkelijke snoeiwijze

San Giacomo

Op Paasmaandag naar ons volgende verblijf – in Toscane – vertrokken. Eerste halte het stadje San Giacomo voor de fresco’s in de kerk.

Ons verblijf

We logeren bij vrienden, een halfuurtje van Spoleto. In de heuvels liggen piepkleine dorpjes, soms zelfs minder dan een dorp.

Rond het huis vind je (uiteraard) olijfbomen weiden en zelfs orchideeën.

Spoleto

Er is voor de avond valt nog wat tijd om het hertogelijke stadje Spoleto te bezoeken.
Hoog op een heuvel met zeer steile straatjes – Lissabon is er niets bij (of ligt dit aan onze leeftijd??) met indrukwekkende huizen. Wij zeiden dit al over Narni, maar dit is toch nog tikje chiquer.

Narni(a)

Vandaag gaan we Narni bezoeken. Het is een van de vele middeleeuwse stadjes in de buurt en stond model voor de Narnia verhalen van C.S. Elliot die ook verfilmd werden. Maar daar kwamen wij niet voor. Wij wilden het ondergrondse Narni zien. Rond 1300 hebben de Domenicanen hier namelijk een ondergrondse kerk gebouwd.

In de loop der eeuwen werd die meermaals verbouwd om te eindigen als magazijn in Napoleontische tijden. In de Tweede Wereldoorlog raakte de kerk helemaal in verval door enkele bommen. Het geheel werd vergeten, tot een groepje jonge speleologen in 1976 de kerk terugvonden. Het werd gerestaureerd en is nu een beetje een toeristenval. Het is mooi hersteld maar ze hebben er ook nog een folterkamer en nog wat meer bij geplakt + een gids met een ellenlange uitleg …

Eenmaal bovengronds lopen wij nog even rond in de pittoreske straatjes. Narni is een gezellig stadje met veel kerkjes, opmerkelijke versieringen aan indrukwekkende huizen, een (Gallisch ?) hoofd in een muur.